Intelligentiedomeinen
Als we het hebben over intelligentie dan kun je binnen dit algemene begrip verschillende onderdelen, of facetten, van intelligentie onderscheiden. We noemen dat ook wel ‘domeinen’. Meestal worden de volgende domeinen onderscheiden:
- Verbale intelligentie
- Abstracte intelligentie
- Numerieke intelligentie
De domeinen overlappen deels met elkaar maar zijn toch ook van elkaar te onderscheiden.
Het is niet zo dat iedereen op elk domein even intelligent is. Het komt vaak voor dat mensen op het ene gebied vaardiger zijn dan op het andere. Dat herken je waarschijnlijk ook bij jezelf. Je bent misschien verbaal heel sterk maar hebt niet zo’n geweldig ruimtelijk inzicht.
Hieronder bespreken we het verbale deel van intelligentie. Het gaat er daarbij om hoe goed je informatie kunt verwerken die tot je komt in gesproken en geschreven woorden/in tekst.
Wat is verbale intelligentie?
In bijna alle assessments kom je testen tegen die je verbale intelligentie meten. Deze testen zijn namelijk heel bruikbaar om te bepalen hoe snel je leert en hoe snel en accuraat je nieuwe informatie opneemt. Ook meet het hoe goed je bent in kritisch nadenken.
Wat je met deze testen dus heel goed kunt meten is:
- Kun je tekst (met nieuwe informatie) goed begrijpen?
- Kun je teksten analyseren en interpreteren?
- Zie je het verband tussen de zinnen?
- Begrijp je wat er precies wordt beweerd?
- Houd je ook goed het verschil in de gaten tussen wat er precies in een tekst staat en wat jij zelf al wist of wat jouw persoonlijke mening is?
We noemen dit ‘verbale’ intelligentie omdat het gaat om het begrijpen van informatie die via taal of woorden tot ons komt. Het gaat dus niet in de eerste plaats om je woordenschat (al heb je wel een bepaalde woordenschat nodig om teksten te begrijpen), het gaat vooral om je vermogen om informatie te halen uit tekst.
Ondanks dat we dit onderdeel van intelligentie dus ‘verbaal’ redeneren noemen, gaat het over meer dan alleen het begrijpen van teksten of woorden. Het heeft ook overlap met logisch redeneren (en logisch redeneren weer met abstract redeneren). Bijvoorbeeld: als in een tekst iets wordt beweerd, kan het tegenovergestelde dus niet waar zijn.
Hieronder wordt de samenhang tussen verbaal, logisch en abstract redeneren schematisch weergegeven:
Hoe zien de testen eruit? Hoe wordt het gemeten?
Een veel voorkomende test om verbale intelligentie te meten is met een serie stellingen. Je krijgt een stukje tekst te lezen en daaronder volgt een stelling. Je moet aangeven of de stelling, op basis van de tekst, waar of onwaar is of dat het op basis van de tekst niet te zeggen is.
Om het goede antwoord te kunnen geven moet je de tekst heel nauwkeurig doorlezen. Ook moet je ervoor zorgen dat je je keuze alleen baseert op de informatie in die tekst. Je hebt al snel de neiging om je eigen mening mee te laten wegen, of de kennis die je al over het onderwerp had. Maar dat is niet de bedoeling. Het gaat er om wat je over de stelling kunt zeggen op basis van de gegeven tekst. Het is daarom ook niet nodig om iets af te weten van het onderwerp van de tekst. Het mag gaan over iets wat voor jou totaal nieuw en onbekend is. De tekst geeft je alle informatie die je nodig hebt om te bepalen of de stelling waar, onwaar of niet te bepalen is.
Het is juist een voordeel als je niets weet over het onderwerp van de tekst. Zo loop je ook niet het risico om kennis die je al hebt onbewust mee te wegen in je antwoord.
De test meet dus hoe goed je teksten kunt interpreteren: weet je wat er staat, maar ook wat er níet staat?
Voorbeeld van een verbale capaciteitentest: Verbaal redeneren
Een van de testen die verbale intelligentie meten is de test ‘Verbaal redeneren’. Hieronder volgt een voorbeeld van een vraag uit zo’n test.
Tekst:
De presentatie is één van de meest gewaardeerde communicatievormen binnen het onderwijs en wordt voornamelijk ingezet om informatie over te brengen. Er zijn verscheidene manieren om structuur in een presentatie te brengen. Deze structuren liggen op een continuüm tussen twee uitersten. De ‘logische wetenschappelijke structuur’ staat aan de ene kant van het continuüm. In deze structuur ziet men voornamelijk een opsomming van harde feiten. Aan de andere kant staat de ‘narratieve structuur’, waarin men op een meer verhalende manier de informatie overbrengt. Aangezien de presentatie een zeer belangrijke vorm van communicatie en informatieoverdracht is, is het essentieel dat er op school meer aandacht wordt besteed aan het aanleren van presentatievaardigheden, voornamelijk in het secundair onderwijs.
Stelling: Er zijn twee manieren om een presentatie te structureren.
Antwoord:
- De stelling is waar: op basis van het stuk tekst kun je de conclusie trekken dat de stelling waar is.
- De stelling is niet waar: op basis van het stuk tekst kun je de conclussie trekken dat de stelling niet waar is.
- Niet te bepalen: op basis van het stuk tekst kun je niet met zekerheid zeggen of de stelling waar of niet waar is.
Die laatste keuzeoptie laat meteen zien wat de uitdaging is in deze opgaven: jij weet misschien wel of de stelling waar of niet waar is. Maar: het gaat niet om wat jij weet, het gaat om wat er in het stuk tekst staat.
Kies alleen voor waar of onwaar als je het met 100% zekerheid uit de tekst kunt opmaken. In alle andere gevallen is het juiste antwoord: niet te bepalen op grond van de tekst.
Het juiste antwoord bij deze opgave is: Niet waar.
In de tekst wordt verteld dat er verschillende manieren zijn om een presentatie te structureren. Er worden er weliswaar 2 genoemd en nader toegelicht (namelijk de ‘logische wetenschappelijke structuur’ en de ‘narratieve structuur’) maar dit zijn slechts de ‘uitersten op het continuüm’.
Je vindt dit soort opgaven bij de capaciteitentest Verbaal redeneren. Hier vind je ook meer informatie over deze test.
Voorbeeld van een verbale capaciteitentest: Analogieën
Een ander voorbeeld van een verbale intelligentietest is een Analogie. Bij deze test moet je relaties tussen woorden ontdekken.
Een voorbeeld van een analogie is: Bos staat tot boom als kudde staat tot geit.
De relatie die je hier moet ontdekken is dat een boom een onderdeel is van een bos: vele bomen maken een bos. Zo geldt hetzelfde voor de kudde en de geit: een geit is een onderdeel van de kudde; vele geiten vormen samen een kudde.
Op de website is een aparte pagina gewijd aan Analogieën waar je veel informatie vindt over de soorten relaties die je tussen woorden kunt vinden.
Welke testen meten verbale intelligentie?
Er zijn verschillende testen op deze website te vinden die de verbale intelligentie meten. Elke test doet dat weer op een andere manier.
Het gaat om de volgende testen:
Hoe train ik mijn verbale intelligentie?
Je verbale intelligentie kun je trainen door verbaal redeneren, woordbeeld, taalgebruik en andere testen (zie hierboven) te oefenen. Als je verbaal redeneren oefent, word je ook beter in woordbeeld. En als je woordbeeld oefent, word je ook beter in het maken van de test taalgebruik, etc. Dat komt omdat al deze testen met dezelfde vorm van intelligentie (namelijk verbale intelligentie) te maken hebben.
We hebben een pakket met testen samengesteld om verbale intelligentie te oefenen. Dit pakket vind je hier:
✓ Je krijgt direct online toegang tot de testen.
✓ Niet tevreden? Geld terug!
OYA-training is een onderdeel van 123test. Koop dit pakket op 123test en ontvang gratis het E-book ‘Assessmentgeheimen ontsluierd’ t.w.v. € 9,95.
Je kunt ook van elke soort test een apart pakket kopen met oefenvragen. Zo kun je je goed voorbereiden op een verbale intelligentietest.
Oefen nu de volgende testen:
OYA-training is een onderdeel van 123test. Koop dit pakket op 123test en ontvang gratis het E-book ‘Assessmentgeheimen ontsluierd’ t.w.v. € 9,95.