Diagrammen
In een diagrammen test moet je kiezen welk diagram het beste past bij een gegeven groep woorden. Hiermee wordt getest of je op een visuele manier het verband kunt zien tussen bepaalde woorden en begrippen. In een diagrammen test komt zowel verbale intelligentie als logisch redeneren om de hoek kijken. Je moet namelijk weten wat de gegeven woorden betekenen, hoe deze woorden zich tot elkaar verhouden en hoe dit eruit zou zien als je dit op een visuele manier weergeeft.
Voorbeelden van diagrammen
Voorbeeld 1
Welk diagram past het beste bij de volgende woorden?
Het goede antwoord in dit voorbeeld is C. Een vork hoort in de categorie bestek. Het woord bestek is dus overkoepelend over het woord vork. In het diagram wordt dit weergegeven als een kleine cirkel (vork) in een grotere cirkel (bestek). Het woord bord valt niet onder de categorie bestek, maar onder een andere categorie; servies. Daarom kan dit woord niet in dezelfde cirkel zitten als het woord vork. In diagram C wordt dit weergegeven door een aparte cirkel dit buiten de bestek cirkel valt.
Voorbeeld 2
Welk diagram past het beste bij de volgende woorden?
Bij deze opgave is het goede antwoord A. Een oven, koelkast en magnetron vind je weliswaar allemaal in de keuken, maar dit woord staat er niet bij. Verder is er geen overkoepelende categorie of overlap tussen de drie woorden; ze staan allemaal op zichzelf. Daarom past het diagram met de drie aparte cirkels hier het beste bij.
Voorbeeld 3
Welk diagram past het beste bij de volgende woorden?
Bij deze opgave is D het goede antwoord. Het woord zeven heeft namelijk een dubbele betekenis. Zeven is zowel een getal als een werkwoord (vb. het zeven van bloem) en de betekenis van zeven als werkwoord overlapt niet met het woord getal. Er is dus wel wat overlap, maar niet compleet, vandaar dat optie B fout is.
Tips voor het oplossen van diagrammen
Analyseer de woorden goed
Zoals je bij de laatste voorbeeldopgave hebt kunnen merken, hebben woorden soms meer betekenissen dan in je op komen wanneer je het de eerste keer leest. Zo kan een zelfstandig naamwoord ook een werkwoord zijn (vb. dammen, schaatsen), of kan een woord een dubbele betekenis hebben.
Maak eerst zelf een diagram
Kijk -nadat je de woorden hebt gelezen- niet direct naar de diagrammen, maar probeer eerste zelf de relatie tussen de woorden te achterhalen. Probeer die relatie vervolgens voor jezelf visueel weer te geven (dit kun je in je hoofd doen, maar meestal helpt het om het uit te tekenen). Nadat je dit hebt gedaan, kijk dan eens naar de diagrammen. Komt er één overeen met wat jij getekend hebt? Dan is dit vaak het goede antwoord. Komt geen enkele overeen, kijk dan nog eens goed naar de woorden. Misschien zit de ‘fout’ bij de tip die hierboven wordt gegeven en heb jij een woord anders opgevat dan in de vraag wordt bedoeld.
Zoek het diagram dat bij de relatie hoort, niet andersom
Voortbordurend op de vorige tip, probeer de verleiding te weerstaan om de diagrammen te bekijken en vervolgens een relatie te bedenken tussen de woorden die bij een diagram past waarvan jij denkt dat het klopt. Op deze manier werk je de vraag namelijk vanaf de verkeerde kant af. Het draait niet om de diagrammen, maar om de woorden. De diagrammen zijn alleen een visuele representatie van de verhouding die tussen de woorden bestaat, niet een vaststaand plaatje waarin je woorden moet wringen. Houdt je dus eerst bezig met deze verhouding, voordat je de diagrammen erbij betrekt.
Lastige vraag? Streep weg wat sowieso niet klopt
Heb jij een verhouding in je hoofd, maar klopt die bij geen enkel diagram? Probeer de vraag dan op een andere manier te benaderen: welke diagrammen kloppen sowieso niet? Vaak kun je één of twee diagrammen af strepen omdat die niet kloppen. Vallen twee van de drie woorden binnen het derde woord, maar weer je niet precies hoe? Dan kun je bijvoorbeeld diagrammen waarin cirkels helemaal apart van elkaar staan of maar een klein beetje overlappen afstrepen. Vaak kun je vanaf daar verder redeneren om tot het goede antwoord te komen, of een goede gok te wagen.
Oefening baart kunst!
Het is erg belangrijk om te oefenen voor een capaciteitentest. Wanneer je oefent kan je score hoger uitvallen en dit verhoogt vaak jouw kans op het krijgen van die felbegeerde baan!
Door te oefenen kun je opgaven sneller en efficiënter oplossen, waardoor jouw score omhoog gaat.
Ga direct aan de slag met oefeningen voor diagrammen:
✓ Je krijgt direct online toegang tot de testen.
✓ Niet tevreden? Geld terug!
OYA-training is een onderdeel van 123test. Koop dit pakket op 123test en ontvang gratis het E-book ‘Assessmentgeheimen ontsluierd’ t.w.v. € 9,95.
Omdat analogieën je verbale intelligentie meten, word je hier ook beter in als je andere verbale testen oefent.
Train daarom ook eens de volgende testen: Verbaal redeneren, Woordbeeld, Taalgebruik, Watson-Glaser, Syllogismen en Analogieën. Wij hebben voor deze testen pakketten met oefenvragen:
Ook hier geldt:
✓ Je krijgt direct online toegang tot de testen.
✓ Niet tevreden? Geld terug!
OYA-training is een onderdeel van 123test. Koop dit pakket op 123test en ontvang gratis het E-book ‘Assessmentgeheimen ontsluierd’ t.w.v. € 9,95.