Figuren
Met Figuren test je hoe goed je hoofd- en bijzaken kunt scheiden. Het zijn abstracte testen die bijna altijd deel uitmaken van je assessment. Het voordeel van zulke abstracte testen is dat taalachterstanden niet uitmaken. Figuren bestaan eigenlijk uit een serie figuren. Het aantal figuren kan per opgave verschillen.
Bij de volgende voorbeelden bestaat de serie uit 10 figuren. De eerste 4 figuren zijn de opgave. Ze hebben maar één gemeenschappelijk kenmerk. Jij moet uitzoeken welke 2 van de onderste 6 figuren (de antwoorden) passen bij de bovenste 4 figuren. Dat ze passen betekent dat ze ook dat ene kenmerk gemeenschappelijk hebben.
Drie voorbeelden
In het voorbeeldplaatje hieronder zie je dat de bovenste 4 figuren allemaal vierkant zijn. Van de onderste 6 figuren zijn alleen (a) en (f) ook vierkant. Dat is dus het gemeenschappelijke kenmerk. De oplossing zit hier dus in de vorm van de figuren.
Probeer ook de voorbeelden 2 en 3 te maken. Kijk eerst naar de bovenste 4 figuren. Ga na wat ze gemeenschappelijk hebben. Probeer nu de TWEE andere figuren te vinden uit de onderste 6 die dat ook hebben.
Uitleg voorbeeld 2
De bovenste 4 figuren zijn allemaal op dezelfde manier gearceerd. Dit is ook zo bij (b) en (e). De andere figuren zijn donkerder dan de bovenste 4 figuren dus die passen er niet bij.
Uitleg voorbeeld 3
De bovenste 4 figuren bestaan allemaal uit een ronde/ovale vorm waarbij een rechte lijn de cirkel/het ovaal schampt. De lijn snijdt de cirkel/het ovaal niet. Bij (c) en (f) is dat ook zo. Dat zijn dus ook de goede antwoorden.
Voorbeeld 4
Als je zoekt naar overeenkomsten dan zie je bij onderstaande opgave het volgende in de bovenste 4 vakjes:
1. Een vijfpuntige ster, qua vorm en kleur hetzelfde.
2. Een vijfpuntige ster, qua grootte verschillend.
3. Een vijfpuntige ster, op verschillende locaties.
4. Elke ster heeft twee lijnen in het vakje staan.
5. Elke ster heeft twee even lange lijnen in het vakje staan.
6. Elke ster heeft lijnen die evenwijdig aan elkaar zijn (ze kruisen nooit).
7. De twee lijnen raken of kruisen de ster altijd.
Deze conclusies leiden je naar de twee goede antwoorden. Als je de regels goed in je hoofd hebt weet je ook waarom de andere opties niet juist zijn.
- Antwoord A is niet goed, omdat het niet voldoet aan overeenkomst 5 en 7.
- Antwoord B is niet goed omdat het niet voldoet aan overeenkomst 7.
- Antwoord C is niet goed omdat het niet voldoet aan overeenkomst 7.
- Antwoord D is niet goed omdat het niet voldoet aan overeenkomst 5.
E en F zijn daarom de goede antwoorden. Deze test zou ook met heel veel andere varianten gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld door met de vorm van de ster te variëren.
Tips voor het oplossen van Figuren
Zoals je in de voorbeelden kunt zien zijn er heel veel kenmerken die de figuren gemeenschappelijk kunnen hebben. Met een beetje creativiteit zijn er veel gemeenschappelijkheden voor figuren te bedenken. Een goede oefening is dan ook om zelf een figurenopgave te bedenken.
Hieronder staan kenmerken van figuren waar je naar op zoek kunt gaan. Zo kun je snel de juiste antwoorden vinden. Bekijk ze goed, zo weet je sneller naar welke overeenkomsten tussen figuren je kunt zoeken.
Kenmerken van figuren:
- Vormen
- Onderlinge verhouding: lopen lijnen parallel aan elkaar of kruisen ze elkaar juist?
- Aantal figuren/lijnen/elementen.
- Dominantie: sommige figuren maken een ander figuur onzichtbaar.
- Gesloten en open figuren. Kijk bij open figuren waar de opening zit
- Kleuren en arcering: is het echt gelijk aan elkaar of lijkt dat maar zo?
- Even en oneven, bijvoorbeeld de punten van een ster.
- Lengte van figuren.
- Plaats in het vakje: allemaal in het midden of juist rechtsboven of nog ergens anders?
- Hoeken van figuren: hebben ze juist wel of juist niet een rechte hoek (90 graden)?
- Sommige ingewikkelde figuren worden alleen maar een aantal graden gedraaid, maar blijven verder precies hetzelfde. Kijk goed naar unieke kenmerken van complexe figuren.
- Doorgetrokken of onderbroken lijnen.
- Afmetingen: grote of kleine figuren.
- Rechte, scherpe of stompe hoeken.
- Wel of geen rondingen in de figuren.
Een belangrijke fout die je bij deze test kunt maken is het zoeken naar een bepaalde beweging of volgorde. Bij een cijferreeks gaat het wel om die volgorde, maar bij Figuren gaat het om een overeenkomst. Uitdaging is om door de bomen het bos te blijven zien. Door bekend te raken met bovenstaande mogelijkheden voor overeenkomst ben je minder gevoelig voor ruis en misleidende figuren die nietszeggend zijn.
Oefening baart kunst!
Bij elke capaciteitentest is het verhogen van je snelheid essentieel om een hogere score te halen. Het is daarom erg belangrijk om te oefenen.
Als je oefent kan je score hoger worden. Jouw jouw kans op het krijgen van die felbegeerde baan wordt daarmee ook groter.
Oefen zoveel als je kunt. Dan kun je je opgaven sneller en efficiënter oplossen en krijg je een hogere score.
Ga direct aan de slag met oefeningen voor figuren:
✓ Je krijgt direct online toegang tot de testen.
✓ Niet tevreden? Geld terug!
OYA-training is een onderdeel van 123test. Koop dit pakket op 123test en ontvang gratis het E-book ‘Assessmentgeheimen ontsluierd’ t.w.v. € 9,95.
Omdat figuren je abstracte intelligentie meten, word je hier ook beter in als je andere abstracte testen oefent.
Train daarom ook eens figuurreeksen en matrices. Wij hebben voor deze testen pakketten met oefenvragen:
Ook hier geldt:
✓ Je krijgt direct online toegang tot de testen.
✓ Niet tevreden? Geld terug!