Politietest
Werken bij de politie betekent bijdragen aan een veilige samenleving. Dat kan als agent, maar bijvoorbeeld ook als medewerker bij de ICT, administratie of recherche.
Welke functie je ook wil gaan bekleden, je zult altijd moeten solliciteren. En bij deze sollicitatie hoort een capaciteitentest, de zogenaamde politietest. Deze test is speciaal voor de politie ontwikkeld. Met deze test worden je taalvaardigheid, numerieke inzicht en ruimtelijke inzicht gemeten.
De politietest bestaat uit een taaltoets en een capaciteitentoets.
De taaltoets bestaat uit de volgende 3 onderdelen:
- Voortoets
- Leestoets
- Schrijfvaardigheid
De capaciteitentest bestaat uit de volgende 4 onderdelen:
- Letterpatronen
- Cijferpatronen
- Woordrelaties
- Ruimtelijk inzicht
OYA-training is een onderdeel van 123test. Om direct te oefenen met de cognitieve test van de politie ga je naar 123test.com/nl.
Hoe zien de testen eruit?
Voortoets
Bij de voortoets krijg je teksten te lezen waaruit letters zijn weggelaten. Het is aan jou om de ontbrekende letters toe te voegen. Onthoud dat er ongeveer (maar niet precies) evenveel letters zijn weggehaald als er zijn blijven staan.
De juiste zin is hier: “In de Atlantische Oceaan is een natuurramp voorkomen doordat een enorme ijsberg in kleinere stukken is gebroken.”
Leestoets
Voor de leestoets moet je teksten lezen en vragen over die tekst beantwoorden. Dit zijn meerkeuzevragen. Het gaat er bij deze test om dat je de tekst goed leest en begrijpt. Lees de tekst dus altijd rustig en geconcentreerd door. Denk niet dat je het antwoord weet zonder de tekst goed te lezen, dan ga je onherroepelijk fouten maken.
Het juiste antwoord is 2: Bij begrafenissen. In de tekst lees je dat de archeoloog gelooft dat het bier is gebruikt ’tijdens de begrafenisrituelen’ voor de eerste Egyptische koningen.
Schrijfvaardigheid
Dit is een test waarvoor je zelf teksten moet schrijven. Er bestaan verschillende varianten van deze test. Soms moet je een samenvatting schrijven van een bestaande tekst. Een andere opgave kan zijn het schrijven van een e-mail of brief.
Bij deze test is het belangrijk dat je logisch en duidelijk schrijft. Je moet dus structuur aanbrengen in de inhoud van je tekst zodat je je lezer meeneemt. Let er ook op dat je zinvolle argumenten gebruikt en dat je conclusies logisch zijn.
De woorden en zinnen moet je natuurlijk ook correct schrijven: gebruik leestekens op de juiste manier en vermijd spelfouten.
Om deze test te oefenen kun je zelf teksten schrijven en iemand vragen of je tekst logisch en duidelijk is. Vraag iemand die gevoel voor taal heeft en snel spelfouten ziet om je teksten door te lezen.
Oya-training heeft geen oefenpakket voor deze schrijfvaardigheidstesten. Als je toch wilt oefenen kun je het beste de testen taalgebruik en woordbeeld gebruiken.
Letterpatronen
Om deze opgave goed te kunnen maken moet je patronen ontdekken in een reeks letters. De letters worden volgens een bepaald patroon neergezet in vakjes. Een aantal letters zijn weggelaten en jij wordt gevraagd om die in te vullen. Dat kun je doen als je het patroon hebt ontdekt.
Het juiste antwoord is hier 3 (I, L). Het patroon van deze reeks is als volgt: van B – D wordt 1 letter overgeslagen, van D – G worden 2 letters overgeslagen; dit wordt steeds afgewisseld. Dus van G naar de volgende letter wordt 1 letter overgeslagen (dat lever de I op); van de I naar de volgende letter sla je er weer 2 over (dat levert de L op); van L naar N slaat 1 letter over, etc.
Er zijn ook varianten op deze opgave.
Bij één ervan moet je de missende letter in een woord toevoegen.
De ontbrekende letter is hier ‘O’ wat het woord ‘zout’ oplevert.
Ook zijn er opgaven die veel weg hebben van anagrammen waarbij de letters door elkaar staan, er teveel lettergrepen zijn, met letters teveel of te weinig.
Cijferpatronen
Bij deze test krijg je een aantal cijfers te zien. Aan jou om te achterhalen welk patroon erachter zit. Als je dat weet kun je het ontbrekende cijfer invullen.
Er zijn verschillende patronen mogelijk: optellen en aftrekken, vermenigvuldigen, delen en combinaties hiervan.
Het juiste antwoord is 3 (0,6). Het patroon dat je in deze opgave kunt ontdekken is dat in elke kolom de bovenste 2 cijfers worden opgeteld en dat het resultaat wordt vermenigvuldigd met het onderste cijfer. De uitkomst is voor elke kolom 6. In kolom 1 krijg je dan: 1+1=2 en 2*3=6.
Woordrelaties
De naam van deze test zegt al waar het om gaat: je moet relaties ontdekken tussen woorden. Je krijgt een woordpaar te zien en moet achterhalen wat het verband is tussen deze twee woorden. Als je dat weet kun je een tweede woordpaar vormen. Van dit tweede woordpaar is slechts één woord gegeven. Het is aan jou om het aan te vullen, zodanig dat je twee complete woordparen krijgt waarvan de woorden op dezelfde manier aan elkaar gerelateerd zijn.
Het juiste antwoord is 4: gebit. De relatie tussen de woorden van de woordparen is dat het eerste woord een onderdeel is van het tweede: een bladzijde is een onderdeel van een boek en een kies is een onderdeel van het gebit.
Er bestaan verschillende variaties van deze test. Soms wordt juist gevraagd naar een tegenovergesteld woord of moet je aangeven welk woord niet in het gegeven rijtje past.
Ruimtelijk inzicht
Bij de opgaven over ruimtelijk inzicht krijg je een figuur te zien. Vervolgens is van dit figuur een 3D-object gevouwen. Aan jou de uitdaging om te kiezen welke van de gegeven 3D-figuren past bij de figuur uit de opgave.
De juiste oplossing is kubus 2.
Hoe bereid ik mij voor op de politietest?
Het oefenen van de politietest vraagt een goede voorbereiding. Als je de testen gaat oefenen kun je ze steeds sneller maken. Het verhogen van je snelheid is essentieel om een hogere score te halen. Als je minder tijd kwijt bent aan de makkelijke opgaven houd je namelijk meer tijd over voor degene die je lastiger vindt.
Oefening baart kunst! Als je oefent kan je score hoger worden. Jouw jouw kans op het krijgen van die felbegeerde baan bij de politie wordt daarmee ook groter. Oefen dus zoveel als je kunt. Dan kun je je opgaven sneller en efficiënter oplossen en krijg je een hogere score.